2010-05-15 14:33:38
Regen. Veel en hard. Daarmee zullen we het vandaag precies moeten doen. Al bij het opstaan was het grijs en aan het regenen. Een bergwandeling ofzo zit er niet in, dus beslissen we om naar Kerkyra, “Corfu Stad” te rijden, daar kunnen we tenminste schuilen. Ook in de hoofdstad merken we hardhandig dat de regel “Volg de grote wegen en de pijlen” van toepassing is. Volg je de GPS, dan kom je terecht in zo’n smalle straatjes dat je de spiegels moet inklappen om erdoor te geraken. De stad bestaat uit een grote weg waarop veel winkels, eet- en drinkgelegenheden, … liggen, verlaat je de grote baan, dan kom je terecht in een sloppenwijk. En de GPS naar een “Open Parkeergelegenheid” sturen, is ook geen succes omdat je dan terecht komt op een kruispunt waar iedereen z’n auto zomaar ergens neerzet.
Met veel geluk zijn we terug op de grote weg beland, die gevolgd en zo een eind uit de stad gereden, waar we een grote parking van de winkel Fantastic – iets met babykleding – tegenkwamen en onze auto daarop hebben gezet. Nu ja, zo fantastisch was dat ook weer niet. Ook hier parkeren ze de auto’s dubbel en dus hoop ik dat we straks gewoon zullen kunnen wegrijden. Ondertussen is de zon hard beginnen schijnen, waardoor het weer best warm begint te worden. Perfecte timing, toch? We moeten nu namelijk minstens een kwartier wandelen, dus dat is altijd prettiger zonder regen.
Maar helaas, we zijn amper een paar honderd meter verder of het begint weer te regenen – te gieten. We komen dan net aan een tankstation, een ideale schuilplaats. We zijn trouwens niet de enigen. Twee Griekse oude mannen doen net hetzelfde. Gezien zij dezelfde taal spreken, beginnen ze vrijwel meteen een gesprek waar ik uiteraard totaal niks van begrijp en me dus ook wijselijk afzijdig hou.
Na een aantal minuten mindert de regen en zetten we onze weg verder naar één van de twee forten in Kerkyra. Onderweg wandelen we door de winkelstraat en het valt me op dat voor de Grieken “Blond en bruine ogen” het schoonheidsideaal is, doordat Julia Roberts plots helbruine ogen en stralend blond haar heeft. Iets klopt er niet en het schreeuwt meteen “Photoshop!”, al blijkt dat die afbeelding niet enkel in Griekenland wordt gebruikt. Blijkbaar heb ik het dus mis, maar ik vind het toch niet natuurlijk overkomen.
Voor het fort ligt de esplanade, een zeer groot plein, al is “zeer groot” in Corfu-terminologie en dus vrij relatief. Er is wel een grote parking tegen €1,- per uur en even vind ik het jammer dat we niet tot hier zijn gereden. Dat is tot ik heb gezien hoe ze hun auto’s daarop parkeren, vanaf dan ben ik heel blij dat we toch buiten de stad zijn gaan staan. We worden welkom geheten door een duif met rood-bruine ogen en ik moet spontaan aan Julia Roberts denken: zelfs de duiven…
Gezien de stoepen en het plein duidelijk niet gemaakt zijn om op geregend te worden, wandelen we voorzichtig om niet uit te schuiven verder naar het fort. Onze twijfel of we daar binnen zouden gaan, wordt weggenomen door een fikse regenbui, waardoor we snel inkom betalen en onder de eerste gewelven gaan schuilen. Gezien we daar toch maar staan te staan en de regen niet wil ophouden, gaan we het Byzantijns museum binnen waar je kapotte vloermosaïeken van eendjes enzo kunt bekijken, maar echt veel is er niet te zien in die kleine ruimte. Voor de rest is het kasteel best wel groot met een mooi uitzicht en een kerk in een oud-Griekse tempel die waarschijnlijk daardoor van de ondergang is gered. Verder zijn we wat gaan uitwaaien op een enorm binnenplein dat ze ook als parking gebruiken – in pakweg Dinant is zoiets ondenkbaar, zijn we een aantal keer moeten schuilen voor een stortbui, hebben we de weg gevraagd naar boven waar een stalen kruis en een vuurtoren gebouwd is en vanwaar je alweer een mooi overzicht over de stad krijgt tot aan de volgende bergwand en ondertussen was de zon weer gaan schijnen.
Gezien het ondertussen alweer 14u was, zijn we wat eten gaan zoeken en hebben we gekozen voor pizza en iets met vidévulling in, dat we hebben opgegeten terwijl we naar de auto wandelden. De GPS wilde ons steeds weer andere straatjes insturen, theoretisch de “kortste weg naar de auto”, maar ook te voet ging ik dat niet riskeren en zijn we wijselijk de grote weg gevolgd tot aan de auto die er fantastic genoeg nog stond.
Van hieruit ging het naar Kanoni…