Terwijl we door een prachtig dal reden, straalde de zon boven ons en kleurde de hemel heerlijk blauw. We waren al bijna vergeten hoe “mooi weer” eruit zag. En hoewel het toch nog maar amper 12 graden was, voelde de zon heerlijk warm aan.
Picknicken deden we bij een standbeeld van een zekere dichter Stephan G. Stephansson, maar dat weet ik ook nog maar net. De picknickplaats lag vrij hoog en dus waaiden we er bijna uit onze sokken. En hoewel de zon erg haar best deed om voor een aangename warmte te zorgen, de ijzige wind koelde alles behoorlijk af waardoor we snel terug in onze warme auto kropen en verder reden. Gravelwegen en mooie dalen leiden ons naar een tufkerkje, erg zwart en volkomen oninteressant waardoor we ook niet van plan waren voor de inkom te betalen, al was het maar omdat we nog steeds geen halve kroon op zak hadden.
We trokken verder via Blönduós richting een basaltformatie dat sterk leek op een ruïne van een middeleeuws kasteel. Verder baanden we ons een weg door de hevige wind naar een wit-grijze rots die eigenlijk gewoon grijs is maar z’n witte plekken dankzij veelvuldige vogelproductie kreeg. De volgens Tine wilde paarden onderweg op de rijbaan waren volgens mij gewoon tamme die vonden dat ze hetzelfde recht genoten als de schapen, om zich aan de andere kant van de omheining en op de weg te begeven. Tenslotte brachten we nog een bezoek aan een plaats waar je zeehonden kon spotten. Die beestjes daagden ons gewoon uit door hun kopjes even boven water te steken, ons genoeg tijd te geven om de camera te richten en op het moment dat we klaar waren om ze te filmen/fotograferen doken ze weer onder om een paar meter verder opnieuw boven te komen. En nog durfden ze ons recht in onze ogen te kijken.
Onze slaapplaats was een manege deze keer. Gauksmyri rook naar paard en binnen hingen alle muren vol afbeeldingen van paarden, hoefijzers, de kasten vol paardaccessoires… Het eten was er in buffetvorm: zalm, kip, lam, steak van koe en paard en zelfs walvis. Uiterst verzorgd, eenvoudig en heerlijk klaargemaakt. Walvis smaakt wel speciaal en is niet meteen voor herhaling vatbaar.