Som 5 tertiaire geslachtskenmerken op.
Tertiaire geslachtskenmerken hebben, volgens Wikipedia, “te maken met de psyche en gedrag. Bijvoorbeeld de beleving man of vrouw te zijn; dit hoeft niet overeenkomen te komen met het werkelijke geslacht.”
Handtassen dragen, graag gaan winkelen, babbelen, samen naar toilet gaan, make-up dragen, hoge hakken dragen, rokjes dragen, lang haar… zijn allemaal tertiaire geslachtskenmerken voor vrouwen. Je merkt meteen dat deze kenmerken ook een beetje cultuurafhankelijk zijn. In Schotland bijvoorbeeld is het heel normaal dat mannen een kilt (zeg nooit “rok” tegen een kilt!), mannen met lang haar zijn al lang geen uitzondering meer en één van de nieuwe trends is make-up en hakken voor mannen… Daarom is het beter te zeggen dat de opgesomde kenmerken hierboven “traditionele tertiaire geslachtskenmerken in Vlaanderen” zijn.
(Traditionele) tertiaire geslachtskenmerken bij mannen zijn daartegen een lange broek dragen, kort haar hebben, stoer gedrag, van voetbal en auto’s houden, technisch aangelegd zijn, een das dragen… Ook hier merk je – meer nog dan bij de vrouwelijke kenmerken – dat de mannelijke tertiaire geslachtskenmerken minder strikt mannelijk zijn geworden door de jaren heen. Daar waar vroeger vrouwen werden terechtgesteld omdat ze een broek droegen, is het tegenwoordig moeilijk een vrouw te vinden die nog een kleedje of een rok aanheeft.
Elders worden “Tertiaire geslachtskenmerken” gedefiniëerd als veranderingen in je psychische omstandigheden (gedrag, conflicten, onzeker voelen) hetgeen natuurlijk ook klopt: het gaat om het gedrag dat je jezelf aanmeet. Daarom is een tertiair geslachtskenmerk voor vrouwen wel “Handtas dragen” en niet de handtas zelf.