2010-05-17 20:32:17
De dag begon met mooi weer. We wilden vandaag de auto een keer laten staan en een wandeling maken vanaf het hotel naar Achilleio, het paleis dat voor Sissi werd gebouwd. Het zou een tocht van acht kilometer worden. Heen. Maar het was vooral die acht kilometer terug die ons heeft doen twijfelen en uiteindelijk doen beslissen om naar Benitses (Mpenitses) te rijden. Vanaf daar zou er te voet nog een tocht van 3,5km overblijven (enkel) en dat vonden we ook al de moeite. Het is namelijk een tocht die allesbehalve vlak verloopt.
Het begon al goed in Benitses zelf, waar de GPS de kluts volledig kwijt geraakte en ons gezond verstand ons uiteindelijk op de goede weg heeft gezet. Na een eind geklommen te hebben, zijn we weer aan zo’n nis gekomen die her en der in het landschap te zien is. Geen idee eigenlijk waar die voor dienen. We hebben er even halt gehouden en op het moment dat we de weg verder wilden volgen, viel mijn oog plots op een bordje “Water Springs”, hetgeen mij wel aansprak. Zo zijn we van de baan geraakt en de bordjes beginnen volgen.
Na lang stijgen, kwamen we uiteindelijk uit op een kerkje en we begonnen door te hebben dat we nog een hele weg af te leggen hadden voor we bij de water springs zouden aankomen. Het gebrek aan weten waar we eigenlijk naartoe gingen en het feit dat de zon intussen plaats had geruimd voor waterdruppels, deed ons besluiten om de grote weg weer te gaan zoeken, tot het plots harder begon te regenen en we onder een dak op vier palen moesten gaan schuilen. We kregen gezelschap van een Engelse Griekse die met haar twee honden ook niet langer in de regen wilde wandelen. Terwijl twee vieze natte neuzen onze benen besnuffelden, spoorde de vrouw ons aan om de Water Springs tocht verder te zetten en naar de witte bol te klimmen die over het hele eiland te zien is en blijkbaar bedoeld is voor de vliegtuigen. Vandaaruit zou je een prachtig zicht hebben over het hele eiland. Het leek me wel iets, want die bol was ons de voorbije dagen al meerdere keren opgevallen, op verschillende plaatsen van het eiland, maar gezien het een klimtocht zou worden van 2u, het regende en wij er niet op voorzien waren, besloten we toch de weg verder te volgen richting paleis.
Onderweg moesten we nog een aantal keer gaan schuilen onder een koppel bomen aan de kant van de weg en tussen de buien door kwamen we langs een verlaten steengroeve. Eigenlijk gaf die dezelfde indruk als de rest van het eiland: in de jaren 50 is er iets gebeurd waardoor het leven is stilgevallen en alles werd achtergelaten. Die situatie kun je vandaag nog terugvinden: verroeste trucks langs de kant, verlaten en geplunderd met geopende deuren, overwoekerd door verschillende soorten on- en ander kruid, zijn stille getuigen van een ver verleden.
Uiteindelijk komen we aan in Gastouri waar het paleis gebouwd is. We besluiten eerst wat te gaan eten in iets dat op een lokale taverne lijkt, het had ook echte Grieken als klanten en ik zou het in België zo voorbij hebben gewandeld: Geen haar op mijn hoofd dat eraan zou denken om daar te gaan eten. Maar hier hadden we niet veel keuze: het was dat of niks en na zo’n tocht hadden we toch honger, dorst en hoogwater dus besloten we het er toch op te wagen. Ervaring leert dat de lokale tavernes/restaurants er niet uitzien, maar wel deftig eten serveren. Geen snacks deze keer, wel grilled chicken die blijkbaar voorafgegaan werd door geroosterd brood met olijfolie. De grilled chicken was €6,- maar daar kregen we een heel bord vol voor, met zo van die perfect klaargemaakte frietjes waar Belgen nog iets van kunnen leren. We hadden zelfs moeite om het allemaal op te krijgen.
Na het eten en na het bezoek aan iets dat een toilet moest voorstellen, gingen we naar het paleis. De inkom was 7 euro voor een volwassene, zonder de audio-guide die je voor 3 euro kon huren. Dit laatste hebben we niet gedaan, maar inkom hebben we deze keer wel betaald: we zijn niet voor niets heel die tocht naar hier komen wandelen! Het paleis zelf is best wel mooi, heeft een mooie tuin en een prachtig uitzicht. Maar dat is het. Eigenlijk valt het voor die prijs wel wat tegen, vooral omdat het publieke gedeelte heel erg beperkt is. Je kan bijvoorbeeld niet naar boven, blijkbaar zijn daar tegenwoordig private burelen gevestigd.
We waren al snel rond en na nog eens geschuild te hebben voor een volgende regenbui, zijn we de grote weg opnieuw beginnen volgen maar dan richting Benitses, waar de auto nog steeds stond te staan. Ondertussen was de zon beginnen schijnen en dat is ze de rest van de dag ook blijven doen.
In Benitses zelf hebben we onszelf nog een ijsje gegund. Speciale smaken, grote bollen, maar dat mocht ook wel voor €1,50- per bol… Om nog maar eens het verschil tussen zeer toeristisch gerichte winkeltjes op de hoofdstraat en de lokale winkels te ervaren. Maar het was wel lekker speciaal ijs: Black Forrest, Nuts and Berry, Creamy nogwat… en toch net geen gewone straciatella.
En zo komt het dat we vandaag heel erg vroeg terug op ons hotel zijn, maar dat betekent ook dat we ons goed vroeg hebben kunnen klaarmaken om vroeg te gaan eten. Een geluk. Stel dat we een uur later waren gekomen, dan hadden we in de rij moeten staan wachten om binnen te mogen: buiten was er door de wind niets gedekt, dus moest al het volk binnen een plaats krijgen, maar daar was het restaurant blijkbaar toch niet helemaal op voorzien…